Het compostering schema

In het schema hiernaast kun je de verschillende fasen aflezen. Al deze fases vinden plaats bij het compostbedrijf.

Fase I, het maken van verse compost

Afhankelijk van de grondstoffen duurt deze fase minimaal 3 tot zelfs 18 dagen. De belangrijkste doelen in deze fase zijn:

  • Het mengen van stro of paardenmest (paardenmest kan voor een groot gedeelte het stro vervangen), kippenmest, gips en water, zodat de compost homogeen wordt;
  • het ontsluiten van het stro, zodat het stro water opneemt en de schimmel van de champignon, het mycelium, in het stro kan groeien.

Na deze fase wordt de compost “fase I-compost” of “verse compost” genoemd  (vroeger ook wel “groene compost”).

Fase II, het pasteuriseren en conditioneren van de compost

De compost wordt in een afgesloten ruimte gevuld. De afgesloten ruimte bestaat uit een roostervloer, waarop de compost ligt. Door deze vloer wordt geconditioneerde lucht geblazen. De ruimte waarin de compost wordt gevuld, heet een tunnel. Het eerste deel bestaat uit het pasteuriseren, dit is het ziekte vrij maken van de compost, tijdens het tweede proces in deze fase II wordt de compost geconditioneerd, waarbij de ammoniak uit de compost wordt omgezet. Na deze fase wordt de compost “fase II-compost” of “entbare compost” genoemd.

Fase III, myceliumgroei in de compost

Na fase II, wordt de compost uit de tunnel gehaald en gemengd met broed. Broed bestaat uit speciaal geprepareerde graankorrels wat doorgroeit met het champignonmycelium. Vanaf het broed groeit het mycelium door de compost heen. Dit proces duurt minimaal 14 tot 18 dagen. Aan het einde van deze fase wordt de compost “fase III-compost” of  “doorgroeide compost” genoemd. Deze fase vindt zowel bij het tunnel bedrijf plaats waar ook fase II wordt uitgevoerd, en bij de productie kwekerij. In Nederland en de meer ontwikkelde champignon landen vindt deze fase plaats bij het compost bedrijf.